De laatste weken is de droogte, vanwege het ontbreken van neerslag en de vele uren zonneschijn, flink versterkt. Op dagen met veel zon en een matige wind verdampt 4-5 mm per dag. Als er meer water verdampt dan er valt, spreken we van een neerslagtekort. Het neerslagtekort, dat steevast vanaf 1 april wordt bijgehouden, loopt al op tot de hoogst mogelijke waarde in deze tijd van het jaar en staat inmiddels op 117 mm.

Dit neerslagtekort loopt de komende tijd verder op en 25 mei wordt de grens van 130 mm overschreden. Toch gaat er het een en ander veranderen, want er staan buien op het programma. Doordat de wisselvalligheid toeneemt is er ook meer bewolking en is de verdamping minder groot.

Door de buien zal het neerslagtekort naar verwachting vanaf het komende weekend stagneren op ongeveer 130 mm. In het recordjaar 1976 stagneerde het neerslagtekort in deze tijd van het jaar rond 115 mm.

Tussen een hogedrukgebied nabij IJsland en lagere druk boven het noorden en oosten van Europa staat bij ons een noordelijke stroming met aanvoer van maritiem polaire lucht. Op deze dinsdag is het droog en schijnt de zon. Het is ook warm met temperaturen van 20 tot 23 graden. In Limburg kan het lokaal 24 graden worden. In de kustgebieden is het door wind van zee minder warm met waarden onder de 20 graden. Door de aanwezigheid van lage wolken is het op de Waddeneilanden hooguit een graad of 13.

Woensdag is er meer bewolking en staat er een stevige noordwestenwind. Daarmee wordt minder warme lucht aangevoerd en is het op veel plaatsen 16 tot 20 graden. De hoogste waarden worden in het oosten en zuiden genoteerd, op de stranden en op de Waddeneilanden is het maximaal een graad of 14. Meer over het weer vandaag en morgen lees je in het weerbericht.

Donderdag trekt er een koufront over het land en kan wat lichte regen of een bui voorkomen. De grootste kans op wat nattigheid maakt het noorden van het land. Zo nu en dan schijnt ook even de zon. Er waait een matige, aan zee (vrij) krachtige noordwestenwind en daarmee wordt frisse lucht aangevoerd. De temperatuur stijgt naar hooguit 13 tot 16 graden. Waarden van 17 tot 20 graden zijn in deze tijd van het jaar gebruikelijk.

Vrijdag komt het veel vaker tot buien en bij een stevige noordwestenwind wordt het opnieuw niet warmer dan 13 tot 16 graden. Tussen de buien door schijnt ook geregeld de zon. Vrijdagavond neemt de buiigheid geleidelijk af.

De wind draait zaterdag van noordwest naar zuidwest en daardoor komt de temperatuur weer wat hoger uit. Het wordt zaterdag op veel plaatsen een graad of 17, zondag kan het 18 of 19 graden worden. Het weerbeeld blijft wel wisselvallig met zon, wolken en op beide dagen wat regen of enkele buien.

Het wisselvallige weer met vergelijkbare middagtemperaturen lijkt ook volgende week door te zetten. Later in de week neemt de spreiding in temperatuur toe en kan het ook (flink) warmer worden.

Ook houdt de wisselvalligheid aan en valt dagelijks de (nodige) regen. Tot dusver is het kurkdroog, maar de droogte wordt wel iets verlicht de komende tijd. Kletsnat lijkt het overigens niet te worden en zowel de meimaand als de lente in het geheel zullen droog de boeken in gaan.

Op veel plaatsen is het al wekenlang droog. Door de eerste regen kan dan gladheid ontstaan. Doordat de regen mengt met vuilresten op de weg kan een slijmerige laag ontstaan op het wegdek. Die vuilresten bestaan uit stukjes rubber, olie of andere stofdeeltjes. De gladheid die als gevolg van deze vermenging optreedt, wordt viskeuze aquaplaning genoemd. De eerste regendruppels zijn het meest gevaarlijk, maar als het harder regent wordt het vuil van de weg gespoeld en verdwijnt het gevaar.

Foto thumb: Ria de Wit