Noordenwinden zijn in deze tijd van het jaar eerder regel dan uitzondering. Boven het koude oceaanwater vormt zich vaak snel gemakkelijk een hogedrukgebied, waardoor de wind op dat moment bij ons al snel uit richtingen tussen noordwest en noordoost gaat waaien. Zo'n patroon kan soms wekenlang aanhouden en dit jaar is dat niet anders.

Ook volgende week houdt het hogedrukgebied ten westen van ons stand, al neemt de omvang geleidelijk wel wat af. Toch blijft de wind ook dan veelal uit noordelijke richtingen waaien. Daarmee hoeven we voorlopig niet te rekenen op hoge temperaturen: het zal in de middag overwegend 12 tot 15 graden worden met langs de noordkust soms nog lagere waarden vanwege de directe wind van zee. In het zuiden kan het een enkele dag wel eens iets warmer worden, maar overtuigende twintiger (om als voorbeeld te geven) lijkt in de eerste week van mei niet aan de orde.

Het weerbeeld is daarbij overigens wel fraai met vrij veel ruimte voor de zon en weinig neerslag. Het noordwestelijk kustgebied blijft wel gevoelig voor velden met (lage) bewolking vanaf de Noordzee. Tot neerslag komt het hoogstwaarschijnlijk niet of nauwelijks en daarmee neemt de droogte aan het oppervlak snel verder toe. De daglengte wordt namelijk snel langer en daarmee groeit de mate van verdamping ook. De afgelopen dagen zagen we bovendien de eerste noemenswaardige natuurbranden in het oosten van Nederland ontstaan (die overigens wel weer snel onder controle waren). Het is zeker denkbaar dat het aantal natuurbranden snel verder gaat toenemen de komende weken.

Na 10-12 mei lijkt het eerdergenoemde hogedrukgebied zich langzaam oostwaarts te verplaatsen en komt dan waarschijnlijk boven onze omgeving uit. Dat zou op den duur hogere temperaturen moeten opleveren en dan spreken we al snel over twintig graden of zelfs wat meer. Daarmee wordt het signaal van vorige week gecontinueerd; ook toen was een mogelijke overgang naar warmer weer al zichtbaar omstreeks half mei.

Qua weerbeeld verandert er weinig. De zon blijft goede zaken doen en gedurende de hele periode blijven de neerslagkansen beperkt. Alleen wanneer een lagedrukgebied boven Zuid-Europa net voldoende 'opstoomt' kan dat tot enkele regen- of onweersbuien leiden in de zuidelijke helft van ons land. Mei heeft zodoende een grote kans om gemiddeld over het land (zeer) droog te verlopen.

Een gemiddeld droge meimaand betekent trouwens niet dat het nergens regent. Vooral vanaf de tweede helft van mei zien we vaak de eerste zware buien in de buurt van ons land komen die kunnen leiden tot lokale wateroverlast. Vooral vorig jaar grossierde het late voorjaar en de zomer in stortbuien die veelvuldig voor overlast hebben gezorgd. 

Een lagedrukgebied boven Centraal-Europa of Frankrijk is doorgaans de oorzaak van dergelijke buien. Nederland valt met een oostenwind dan aan de 'warme zijde' met vrij hoge temperaturen, maar de atmosfeer wordt daarbij wel onstabiel van opbouw. Als het warm genoeg wordt kunnen zich vervolgens buien vormen die vaak lange tijd stil blijven hangen boven dezelfde plaats. Deze verdeling lijkt in grote lijnen wel kans van slagen te hebben na 15-20 mei, maar dat is uiteraard nog wel ver in de toekomst.

Foto omslag: Nel van Es