In Eelde daalde de temperatuur deze maand maar liefst achttien keer onder het vriespunt. Slechts twee keer telde een officieel meetpunt nog meer vorstdagen in april en sinds 1929 is zoveel keer vorst in april niet meer voorgekomen. In 1929 vroor het negentien keer in Eelde en recordhouder is 1917 met op hetzelfde meetstation van het KNMI twintig vorstdagen.

In een gemiddelde aprilmaand vriest het op vijf of zes dagen licht in het noordoosten van het land. In het zuidwesten, langs de kust, is vorst minder gebruikelijk met nul of één vorstdag in de vierde maand van het jaar. In het midden van het land telt april zo'n vier vorstdagen.

Op zesentwintig van de dertig aprildagen waaide de wind in Eelde uit richtingen tussen westnoordwest en oostnoordoost. Hierdoor stroomde koude lucht uit de Noordpoolstreken veelvuldig over ons land uit. Dit levert niet alleen het grote aantal lokale vorstdagen op, ook verdwijnt april dit jaar als zeer koud in de boeken.

Noordenwinden komen het hele jaar door voor, maar hebben niet vaak de overhand in een maand. Een gemiddelde april telt acht dagen met wind uit noordelijke richtingen, deze maand gebeurde dat dus op meer dan de helft van de dagen.

Foto omslag: Ben Saanen