Niet eerder sinds het bijhouden van continentale en wereldwijde temperatuurgemiddelden is een jaar gemiddeld zo warm verlopen als 2020. De jaargemiddelde temperatuur lag maar liefst 1.6 graden boven het langjarig gemiddelde en zelfs 0.4 graden boven het oude record dat afkomstig is van 2019.

Het oude record van 2019, met een jaargemiddelde temperatuur van 1.2 graden boven het langjarige gemiddelde, zat dicht bij dat van de jaren 2014, 2015 en 2018. Dat dit jaar zo ver boven het oude record uitsteekt, is zeer extreem te noemen. 

Door het ontbreken van koud winterweer afgelopen winter, de extreem hete zomer en de zeer late winterinval in de afgelopen periode is 2020 binnen de Poolcirkel absurd warm verlopen. In sommige gebieden lag de jaargemiddelde temperatuur regionaal ruim 6 graden boven het langjarig gemiddelde. Mede doordat het in dit gebied zo lang zo warm is geweest, is de jaargemiddelde temperatuur voor het Europees continent zoveel hoger dan het oude record uit 2019.

Het jaar 2016 is wat jaargemiddelde temperatuur wereldwijd nog steeds de warmste, al was de marge met 2020 extreem klein. Afgelopen jaar was minder dan 0.01 graad koeler dan het recordjaar 2016.

Het jaar 2016 kon recordwarm verlopen door de zeer sterke El Niño dat jaar, een opwelling van warmer zeewater dan gebruikelijk in het centrale deel van de Stille Oceaan. Afgelopen jaar kende juist een La Niña, een opwelling van kouder zeewater dan gemiddeld in een groot gedeelte van de centrale Stille Oceaan. Dat 2020 zo dicht in de buurt van 2016 heeft kunnen komen, geeft aan dat het in de rest van de wereld bijzonder warm is geweest.

Afgelopen jaar was ongeveer 0.62 graden warmer dan het langjarig gemiddelde van 1981-2010. Om te kunnen vergelijken met het pre-industrieel tijdperk moet 0.63 graden bij deze waarde worden opgeteld. Al met al is de aarde sinds die periode met ongeveer 1.25 graden opgewarmd, wat al dicht in de buurt komt van de gestelde grens van anderhalve graad in de rapporten van het IPCC.