April 2021 eindigt ruimschoots in de top-10 warmste aprilmaanden sinds ten minste 1979, volgens de analysedata van Copernicus. Ten opzichte van een gemiddelde aprilmaand (1991-2010) verliep afgelopen april ongeveer 0.2°C warmer. Ten opzichte van de oude norm (1981-2010) was het verschil zelfs 0.4°C.

Deze temperatuurafwijking is goed voor een zevende plaats in de top-10 van warmste aprilmaanden. Zelfs warmer dan april 1998, toen een krachtige El-Niño de wereldgemiddelde temperatuur flink opkrikte. Dit jaar was sprake van een La-Niña, de koude tegenhanger van El-Niño.

Gemiddeld over de hele wereld is april dus fors te warm verlopen. In Europa was dat niet het geval. Sterker nog, Europa beleefde de koudste april sinds 2003. De maandgemiddelde temperatuur lag 0.9°C onder het langjarig gemiddelde van 1991-2020.

Niet alleen in Europa was april aan de koude kant verlopen. Ook Alaska, het westen en noorden van Canada, grote delen van Oost-Siberië, Noord- en Oost-Australië en het westen van Antarctica kende kouder weer dan gemiddeld. 

De periode mei 2020 tot en met april 2021 is ruim 1.1°C te warm verlopen ten opzichte van het pre-industriële niveau. De laatste jaren hebben we vaker dit soort afwijkingen gezien, soms nog een stuk groter. De gestelde grens van maximaal 1.5°C opwarming (IPCC) komt zo steeds dichterbij. 

Foto omslag: Anne Kuipers