Sinds de metingen zijn gestart in 1901 hebben we niet eerder zo'n lange periode gehad tussen twee dagen waarop de minimumtemperatuur in De Bilt -5.1 graden of lager is geweest. De laatste keer dat het matig vroor, dus een minimumtemperatuur van -5.1 graden of lager, was op 21 januari 2019; inmiddels 663 dagen geleden.

Tussen 1 april 2013 en 22 januari 2015 hebben we 662 dagen moeten wachten op matige vorst in De Bilt, wat tot op de dag van gisteren het bestaande record was. 

Twee keer sinds de start van de metingen hebben we langer dan 600 dagen op matige vorst gewacht in De Bilt. Op de derde plaats vinden we de periode van 12 mei 1989 tot en met 31 januari 1991 terug, wat 423 dagen is. 

Meer dan een jaar wachten op matige vorst in De Bilt is eigenlijk iets dat niet vaak voorkomt. Sinds 1901 hebben we negen keer langer dan een jaar moeten wachten op matige vorst, in alle andere gevallen was de periode tussen twee dagen met matige vorst korter dan 365, of in geval van een schrikkeljaar, 366 dagen.

Winters zonder matige vorst in De Bilt zijn zeldzaam. Sinds 1901 is het pas vijf keer gebeurd dat het in een winter niet tot matige vorst is gekomen. Dit was in de winters van 1916, 1925, 1989, 2014 en afgelopen winter. De winter van 2014 kende de hoogste minimumtemperatuur. Kouder dan -3.1 graden werd het toen niet.

Wanneer we kijken naar een heel winterhalfjaar, dus van oktober tot en met maart, dan is het pas twee keer gebeurd dat het niet matig heeft gevroren in De Bilt. Beide keren waren in de afgelopen 10 jaar: oktober 2013 tot en met maart 2014 en oktober 2019 tot en met maart 2020.

Mocht het komende winter niet tot matige vorst komen, dan is dat dus voor de eerste keer sinds de metingen in 1901.