Al meerdere dagen op rij genieten we van prachtig meiweer. De zon schijnt vaak uitbundig en in het binnenland stijgt de temperatuur regelmatig tot zomerse waarden. Ook deze dinsdag kan het, met uitzondering van de directe kuststrook en Zeeland, op grote schaal 25 tot 28 graden worden. Dit is echter voorlopig de laatste dag waarop het zo uitgebreid warm zal zijn. Vanuit het zuiden nadert namelijk een lagedrukgebied met wisselvallig en koeler weer. Het is nu nog onzeker hoe noordelijk deze storing uiteindelijk zal komen.

Een actief lagedrukgebied met de kern nabij zuidwest Engeland blijft de komende 48 uur min of meer op dezelfde positie rondtollen. Gekoppeld aan dit weersysteem bevindt zich een koufront deze dinsdag over noordoostelijk Frankrijk richting het Kanaal. Voor dit front uit wordt warme continentale lucht vanuit centraal Europa richting Nederland getransporteerd. In deze warme lucht ontstaat in de loop van de dag ook een thermische vore.

Langs deze vore kunnen later vanmiddag en vanavond enkele felle, maar lokale buien ontstaan. Sommige van deze buien kunnen gepaard gaan met onweer of hagel, ook windstoten tot 75 km/u zijn denkbaar. Maar er is nog veel onzekerheid over de intensiteit en exacte locatie van deze buien, de verschillende weermodellen zitten niet helemaal op 1 lijn. De grootste kans op buien ligt in een strook vanaf Limburg richting Noord-Holland. Zowel ten westen als ten oosten van deze lijn blijft het waarschijnlijk zo goed als droog. In het westen zorgt de naar het westen gedraaide wind voor aanvoer van koelere lucht, waardoor de avond daar al snel minder warm zal zijn, terwijl het in Oost Nederland een prachtige 'zomeravond' wordt. Hier blijft het kwik tot ver op de avond ruim boven 20 graden.

Later vanavond lossen de buien op en de nacht verloopt droog. Tegelijkertijd nadert het koufront vanuit Noord-Frankrijk en ligt het tegen woensdagochtend bij de Belgisch-Nederlandse grens.

Woensdag worden de verschillen binnen Nederland snel groter als het koufront Zuid-Nederland binnentrekt. De wind draait daar naar het zuidwesten en hoewel het 's ochtends nog net 20 graden kan worden, zal het kwik in de loop van de middag alleen maar dalen. Tegelijkertijd profiteren het midden en noorden van het land nog van de aanvoer van warme lucht uit het oosten. In het midden van het land kan het geruime tijd opwarmen, waarna ook hier zal de wind in de loop van de middag draaien naar het noordwesten. In het noorden en noordoosten blijft het de hele dag warm, met maxima tussen 24 en 26 graden.

In het zuiden van het land is het niet alleen koeler, maar zorgt het koufront ook voor langdurige (buiige) regen. Tijdens deze regenperiodes wordt het niet warmer dan 16 graden. Hierdoor zien we woensdagmiddag een verschil van 10 graden tussen Noord-Brabant en Groningen. Overigens kunnen op het grensvlak tussen beide luchtsoorten in het midden van het land nog wat fellere buien ontstaan, mogelijk met onweer. Zwaar (on)weer wordt niet verwacht. 

Terwijl Zuid-Nederland een koelere woensdag en donderdag tegemoet gaat, bevindt het noorden van Nederland zich nog altijd in warmere lucht. Dit lijkt ook richting de Pinksterdagen het geval te blijven, waarbij uiteindelijk de stroming overal weer naar het oosten tot noordoosten draait. Lagedrukgebieden blijven vermoedelijk ten zuiden van ons land rondtollen, en ook in het zuiden stijgt de temperatuur weer voorzichtig na donderdag.

Of het in de noordelijke provincies ook daadwerkelijk zomers warm blijft (25 graden of meer), is nog sterk de vraag. Het ensemble van ECMWF laat temperaturen meestal tussen de 23 en 25 graden zien. Daarnaast is de aangevoerde lucht aanzienlijk vochtiger geworden, waardoor ook in het noorden dagelijks buien tot ontwikkeling zullen komen. Maar met een beetje geluk lukt het op enkele KNMI-weerstations zoals Nieuw-Beerta of vliegveld Eelde wellicht toch.

(Omslagfoto: Toon Boons)