Na een uitermate regenachtige maandagochtend, knapt het weer de komende dagen duidelijk op. Met een noord- tot noordwestelijke wind wordt iets drogere lucht aangevoerd, maar tegelijkertijd vooral ook koude lucht. De luchtsoort waar we mee te maken krijgen komt van origine uit het hoge noorden van Europa en dat zien we ook terug aan de bovenlucht: woensdag daalt de temperatuur op 850 hPa (ca 1,5 kilometer hoogte) naar -7 graden. Daarmee zou zelfs een winterse bui tot de mogelijkheden kunnen behoren, ware het niet dat de meeste buien dan verdwenen zijn.

Het wordt namelijk droger op nadering van een hogedrukgebied vanuit het westen. Dinsdag hebben we nog met enkele geïsoleerde buien te maken en daarbij komt soms hagel voor. In de loop van dinsdagmiddag wordt de buiigheid echter al meer en meer onderdrukt. Dan krijgt de zon ook vaker ruimte. Woensdag lijkt het helemaal droog te blijven en dat geldt in het oosten ook nog voor Koningsdag. Elders volgt dan al snel bewolking en wellicht ook wat regen.

Die weersverbetering gaat wel gepaard met lage temperaturen voor de tijd van het jaar. Niet alleen overdag, maar vooral ook tijdens de nachtelijke uren. Met name de nacht naar woensdag en de nacht naar donderdag verlopen potentieel koud: landinwaarts kan het dan enkele graden vriezen, in de nacht naar donderdag lokaal zelfs rond -3 graden langs de oostgrens. Vlak aan de grond is lokaal matige vorst mogelijk. De ontluikende natuur kan best tegen een stootje, maar het moet niet te koud worden. Dan kan namelijk vorstschade optreden. Tuinders beschermen hun gewassen bijvoorbeeld door de hele nacht met water te sproeien: bij het proces van bevriezing komt namelijk warmte vrij, waardoor de knop binnenin het ijs precies op 0 graden blijft en zodoende niet zal bevriezen. Maar er zijn ook nog andere manieren om schade door vorst te voorkomen.

Misschien dat deze methodes in sommige regio's van Nederland uit de kast gehaald moeten worden later deze week. Overdag vinden er uiteraard geen problemen plaats, maar met maxima tussen 8 en 12 graden is het allesbehalve aangenaam lenteweer. Normaal gesproken hoort het in deze periode 16 á 17 graden te worden. Alleen uit de wind en in de zon voelt het ongetwijfeld prettig aan. Die wind neemt overigens sterk in kracht af. Met name woensdag en donderdag beloven rustige dagen te worden met een hooguit zwakke tot matige wind uit veranderlijke richtingen. 's Nachts neemt daardoor wel de kans op mistbanken toe.

Die anderhalve fraaie dag met zon krijgt geen vervolg. Op Koningsdag neemt de bewolking dus toe en later volgt af en toe wat regen. Die neerslag zit gekoppeld aan een nieuw lagedrukgebied. Dit systeem toont best wat gelijkenissen met de randstoring die afgelopen nacht (zondag op maandag) is gepasseerd. Er volgt dan regionaal opnieuw een plens hemelwater. Tussen donderdagavond en vrijdagmiddag kan met name in het midden en zuiden plaatselijk tot 20 millimeter vallen, waarmee het neerslagoverschot almaar verder oploopt dit voorjaar. De afgelopen dagen is lokaal al zo'n 50 mm gevallen en voorlopig blijft het dus nat. Goed voor de natuur, minder leuk voor vakantievierend Nederland. Dit is de laatste jaren wel eens anders geweest.

Ook de lange termijn biedt eigenlijk nauwelijks aanknopingspunten voor langdurig lenteweer. De wisselvalligheid houdt aan boven West-Europa, al komen er ook zeker droge dagen voor met vrij veel zon. De temperatuur gaat langzaam omhoog naar 14 tot 17 graden, in het zuiden soms iets hoger. Twintigers lijken voorlopig niet aan de orde. Morgen werpen we daar een nieuwe blik op in onze nieuwe 30-daagse verwachting!

Omslagfoto: Fas Vermeulen