Stormen die een impact hebben op ons en onze leefomgeving en voor een code oranje of rood zorgen krijgen sinds 2019 een naam. In een enkel geval kan bij code geel een storm  ook een naam krijgen. De namenlijst die wordt gebruikt wordt samengesteld door het KNMI, De Britse Metoffice en het Ierse Met Éireann. Ieder jaar wordt er een nieuwe lijst samengesteld die op 1 september wordt gepubliceerd. Mannen en vrouwennamen wisselen elkaar af.

Het KNMI heeft voor de lijst van 2022 en 2023 weer meerdere namen aangeleverd. Het KNMI heeft voor namen van wetenschappers uit het verleden gekozen. Zo zal de eerste storm van dit seizoen de naam Antoni krijgen, vernoemd naar Antoni van Leeuwenhoek de vader van de microbiologie en ondermeer de uitvinder van de microscoop. 

Hendrika, Johanna, Loes, Tobias en Wouter komen ook uit de koker van het KNMI. Zij zijn vernoemd naar Hendrika van Leeuwen een natuurkundige, Johanna Westerdijk een botanicus en schimmeldeskundige en Loes van Straaten de eerste bosbouwster in Nederland in 1951. 

Tobias Asser was een jurist en won in 1911 de Nobelprijs voor de vrede. Wouter Bleeker was in de vorige eeuw hoofddirecteur van het KNMI en heeft veel betekend voor de Nederlandse meteorologie en de internationale samenwerking.

Met het geven van stormnamen wordt het bewustzijn van gevaar vergroot. In de het buitenland worden stormen en orkanen al veel langer van een naam voorzien en uit onderzoek blijkt dat waarschuwingen zo beter aankomen.

Eerder dit jaar trok onder meer Storm Eunice over ons land, een van de zwaarste stormen in de laatste 50 jaar. Eunice zorgde voor veel schade en problemen. Door het natuurgeweld kwamen vijf mensen in Nederland om het leven. Door de naam zullen veel mensen zich de storm kunnen herinneren en daar ook een beeld bij hebben.