Met de aanvoer van koude lucht vanuit het noorden, oorspronkelijk zelfs uit arctische regionen, treedt deze nachten in het binnenland her en der lichte vorst op. In de nacht naar dinsdag was het laagste minimum -1,7 graden, gemeten op de Veluwe, en vlak boven de grond werd het zelfs -6,3 graden in Twente.

Het is doodnormaal dat het nog een keertje vriest in dit jaargetijde; vorst op normale meethoogte (1,5 meter) komt om het jaar voor en normaal telt mei twee nachten met vorst aan de grond.

We zien wel dat de vorstkansen in de loop van de maand mei langzaam afnemen. In de volksweerkunde wordt de periode van 'ijsheiligen' (11 t/m 15 mei) als uiterste datum voor vorst genomen. Trefzeker is die grens niet, want na 15 mei komt vrijwel elk jaar nog vorst aan de grond voor. Een betere grens valt te trekken bij regenheiligen, van 11 t/m 15 juni. Na 15 juni is de kans op grondvorst afgenomen tot eens in de 3 jaar.

In de nacht naar woensdag is opnieuw kans op lokaal vorst. Vorstgevoelige planten moeten dus nog eventjes weer binnen blijven. Vanaf donderdag krijgen we volop de lenteweer, maar wel met een duidelijk wisselvallig karakter.

De temperatuur komt overdag rond gemiddeld 20 graden te liggen. Rond het midden van volgende week stijgt het kwik mogelijk zelfs nog verder, richting 25 graden.

Het warmere weer gaat samen met een zuidwestelijke wind, die ook vochtigere lucht aanvoert. Er passeren een aantal storingen met soms flinke buien of een tijdlang regen.

De neerslag is hard nodig voor de natuur. April was behoorlijk droog met gemiddeld slechts 25 mm regen, en de eerste 10 dagen van mei levert ook nergens meer dan 25 mm op. Tegelijkertijd zijn er wel een paar flink zonnige dagen geweest, waarbij de bodem kon uitdrogen.

Bekijk zelf de 15 daagse om te zien hoe de ontwikkelingen zijn op de middellange termijn.