Het was aan het begin van de nacht al officieel de warmste nieuwjaarsdag ooit gemeten. In De Bilt werd het om 1:00 uur 15,6 graden. Het warmtedatumrecord stond op 13,2 graden en werd vorig jaar genoteerd.Het datumrecord voor 1 januari is nu al voor de derde keer deze eeuw aangescherpt. In 2012 werd het record op 12,9 graden gezet, in 2022 op 13,2 graden en nu dus op 15,6 graden. In het zuidoosten van het land is het nog warmer met temperaturen van ongeveer 16 graden. Het warmst was het in Eindhoven met 16,9 graden. Daarmee is ook het record voor 1 januari over alle stations gebroken. Dit stond op 15,1 graden gemeten in Maastricht. In Volkel werd het 16,6 en in Arcen 16,5 graden. 

De Bilt heeft ook het maandrecord van januari gebroken. Dit stond op 15,1 graden en was gemeten op 13 januari 1993. Deze zelfde meting uit 1993 was tot dusver ook de vroegste dag in het jaar met 15 graden of meer.Lokaal was vorig jaar al voor het eerst sprake van 15 graden op 1 januari. Toen noteerde Maastricht 15,1 graden. De in Eindhoven gemeten 16,9 graden is ook goed voor een maandrecord. Het maandrecord over alle stations stond op 16,5 graden en was gemeten op 16 januari 1947.

De maximumtemperatuur wordt gemeten tussen 1 en 1 uur lokale tijd (0-0 uur GMT). De metingen van 1 uur deze nacht tellen dus mee van 1 januari. Door de bijzondere zachte lucht die deze nacht aanwezig is, is er gelijk sprake van de warmste nieuwjaarsdag ooit.Ook de jaarwisseling verliep recordwarm met om middernacht (lokale tijd) 15,5 graden in De Bilt en 16,6 graden in het Limburgse Ell. Daarvoor beleefden we ook een recordwarme oudjaarsdag en werd het in De Bilt met 15,9 graden zelfs de warmste decemberdag ooit gemeten.

Een datumrecord zegt in tegenstelling tot een maandrecord, op zich niet zo veel als je het statistisch bekijkt. De datareeks die we hanteren is nu ruim 100 jaar lang. Dat betekent dat iedere dag dus ruim 100 keer is voorbij gekomen. In ons grillige klimaat dat van dag tot dag sterk kan verschillen betekent dit dat recordwaardes per dag eveneens sterk kunnen verschillen. Wat op de ene dag een datumrecord oplevert kan een dag later niet eens in de top 5 staan.

In een wiskundig model waarin klimaat geen rol speel zou je ieder jaar ongeveer 3 datumwarmterecords en 3 datumkouderecords hebben puur op basis van de grilligheid van het Nederlands weer, maar die verhouding zien we niet. Hier komt de klimaatverandering om de hoek kijken. We registeren namelijk veel meer datumwarmterecords dan datumkouderecords en dat is verschil is de laatste decennia steeds groter geworden. Een beeld dat past in een warmer wordend klimaat.

Foto boven artikel: Paul Hermans.