Aan mogelijkheden voor wintersport geen gebrek de komende tijd in Europa. Niet alleen de Alpen, maar grote delen van West- en Centraal-Europa krijgen met koude lucht en regionaal sneeuwval te maken. In Scandinavië is het al langere tijd extreem koud: boven de sneeuw in Zweden en Finland daalt de temperatuur soms zelfs tot rond de -40 graden. Overdag wordt het vervolgens niet veel warmer dan -20 tot -25 graden. Misschien wel wat veel van het goede voor een lekkere middag skiën...

Ook Denemarken heeft met volop sneeuw te maken door storm Henk. En daar blijft het sneeuwdek na vandaag voorlopig in stand, want de koude lucht valt daar woensdag en donderdag al binnen. De kans op strenge vorst neemt vanaf het weekend in die regio's bovendien toe. Een sneeuwlaag houdt warmte uit de bodem namelijk opgesloten, waardoor het boven de sneeuw dan juist extra snel kan afkoelen. Maar dat gebeurt niet alleen daar, want ook delen van Noorwegen krijgen met een pak sneeuw te maken later deze week. Daar is de sneeuwval afkomstig van een storing vanaf de Noorse Zee.

Een ander lagedrukgebied koerst vrijdag vanaf Engeland, recht over Nederland richting het centrale deel van Europa en zorgt vooral langs de noordzijde voor lokaal flink wat sneeuw. En dan hoofdzakelijk in delen van Duitsland. In bijvoorbeeld het Harzgebergte kan tot en met zaterdagochtend plaatselijk wel 10-20 cm verse sneeuw vallen. Het Sauerland lijkt aan dit laagje te ontsnappen, maar een kleine koerswijziging kan ook daar een flinke laag sneeuw tot stand brengen. In al deze gebieden blijft eventuele sneeuw vervolgens minstens 5 tot 7 dagen liggen. De lage landen worden pas door de vorst veroverd wanneer alle neerslag verdwenen is, dus hier zal het vooral om zogenaamde 'droge kou' gaan.

Dan richten we ons wat meer op het Alpengebied. Ook daar breekt een interessante periode aan, zowel wat betreft sneeuwval als winterse kou. Een actief lagedrukgebied ontstaat donderdag in de omgeving van Barcelona, koerst over Zuid-Frankrijk en 'botst' daarna tegen de westkant van het Alpenmassief. Een groot neerslaggebied komt met dit laag mee en zorgt in de dalen aanvankelijk voor regen, maar boven de ~1300 meter gaat dit spoedig over in sneeuw. Met name langs de west- en zuidzijde kan vervolgens zomaar meer dan een halve meter verse sneeuw omlaag komen. Ook de noordzijde in Zwitserland en Oostenrijk krijgt met een invallende noordenwind echter met sneeuw te maken. Daar duurt deze sneeuwval wel korter: er valt veelal 15-30 cm op grotere hoogte en uiteindelijk in de dalen ook nog wel een centimeter of 10 maximaal. Direct daarna valt de vorst vanuit het noordoosten in.

Wat volgt is een periode met felle kou. In besneeuwde gebieden kan de temperatuur halverwege volgende week zomaar dalen naar -20 graden of zelfs nog iets lager tijdens de nachten. We zien het Europese weermodel zelfs met waarden komen van lokaal wel -26 graden op bijvoorbeeld woensdagochtend 10 januari in de daarvoor gevoelige dalen. Daarnaast is in vrijwel het hele Alpengebied sprake van zogenaamde ijsdagen. Dit zijn dagen waarop de temperatuur het hele etmaal onder nul blijft liggen. Uiteindelijk zal alle gevallen sneeuw van de komende dagen lange tijd blijven liggen.

Ook de lange termijn biedt weinig kansen op enige vorm van dooi in veel wintersportgebieden. Het drukpatroon blijft geblokkeerd met hogedruk boven het westen en/of noorden van Europa en lagedruk ver weg over de noordelijke ijszee en boven het Middellandse zeegebied. Oceaanstoringen met zachte lucht maken na deze week voorlopig weinig kans meer.

Foto omslag: Harold Tijssen