Donderdag komt de wind nog uit het zuiden. De noordkant van het Alpenmasssief profiteert van het fohneffect, al naar gelang de hoeveelheid zon ligt de maximumtemperatuur lokaal rond 16 graden. In veel Franse, Italiaanse en Zwitserse skigebieden verloopt de donderdag veelal bewolkt en valt er soms neerslag. De sneeuwgrens ligt op donderdag en vrijdag tussen de 1200 en 1600 meter. Er kan 2 tot 10 centimeter verse sneeuw vallen. In Oostenrijk en aan de noordkant van de Alpen blijft het donderdag eerst droog en schijnt de zon nu en dan tussen de wolkenvelden door. Later betrekt het ook in Vorarlberg en Tirol met tegen de avond soms neerslag. 

Vrijdag is het rustig met vooral in Oostenrijk de meeste neerslag. De neerslaghoeveelheden zijn echter beperkt, een dun laagje sneeuw van 2 tot 4 cm. In de meeste dalen valt er regen.

Op andere plaatsen in de Alpen staat er amper wind en zien we een mix van mist, lage bewolking in de ochtend, vooral 's middags schijnt de zon geregeld. Lokaal is een enkele bui mogelijk. 

Op zaterdag komt de wind uit het oosten en trekt aan de noordkant van de Alpen flink aan. Sommige hoger gelegen liften hebben moeite met de stevige wind en kunnen hierdoor gesloten blijven. Verder is het wisselend bewolkt en valt er van tijd tot tijd neerslag. Op veel plaatsen valt er eerst nog regen tot 1200 meter. In de loop van de zaterdag daalt de vorstgrens vanuit het noordoosten tot in de meeste dalen, het eerste in de oostenrijkse skigebieden. 

Zondag heeft de polaire lucht de hele Alpen veroverd. Het is ijzig koud met op 1500 meter in sommige skigebieden min 16 graden op de thermometer. Door de stevige oostenwind voelt het snijdend koud aan. Een kap ter bescherming van de kin is bij deze temperatuur sterk aan te raden.